MIHENK ENSEMBLE - DILEK / WISH

Een paar jaar geleden waren we in Brussel ademloze getuige van een ronduit indrukwekkend concert van het Pinhan Trio, een Duits / Turks gezelschap, bestaand uit de broers Benjamin en Malte Stueck uit Osnabrück en zangeres Nilgün Aksoy -tevens mevrouw Malte Stueck. Even later mochten we onze grootste loftrompetten bovenhalen voor de CD “Hidden Songs of Anatolia” op het Brusselse Seyir-label van meester Emre Gültekin, een ronduit fenomenale plaat, waarop we ook kennis maakten met de spijkerviool van Ugür Önür, en die vier muzikanten vormen nu, samen met “onze” Simon Leleux, darbuka-leraar-par-excellence, het vijftal Mihenk Ensemble, dat met deze plaat debuteert.

“Mihenk” betekent “toetssteen”, het natuurlijke meetinstrument waarmee het zuiverheidsgehalte van edele metalen gemeten wordt. Deze muzikanten doen hetzelfde, maar dan met de Anatolische muziek: zodra ze iets ontdekken dat hen bevalt, beginnen ze eraan te werken en polijsten ze het tot het gaat schitteren. Natuurlijk, als je om te beginnen kunt rekenen op een stem als die van Nilgün, ben je al flink in het voordeel, al heb ik daarmee vooral niks gezegd over de instrumentenbeheersing van de andere vier, die stuk voor stuk in de rijkdom van de Anatolische muziek gepokt en gemazeld zijn.

Voor deze plaat -die in eerste orde jammer genoeg alleen digitaal verschijnt, kozen ze acht liederen en melodieën uit, die ze in één dag tijd opnamen in de Ada Müzik Studio in Istanbul. Meestal gaat het om eeuwenoude liederen, die doorspekt zijn met metaforen en die handelen over dingen die mensen echt raken: liefde, scheiding, verlangen, verbanning.

“Dilek” of “de wens” is dan de gemene deler voor deze diepe gevoelens en de benadering van het vijftal bestond erin zoveel mogelijk de typische klankkleur van elke Anatolische regio te laten uitblinken: ritmes, tempo’s, toonaarden…elke regio heeft haar eigen karakteristieken en door de liederen en melodieën te her-arrangeren -en tegelijk ruimte voor improvisatie te scheppen- probeerden ze deze oude muziek nieuw leven in te blazen. Of dat gelukt is? Zonder enige twijfel: na meer dan een dozijn beluisteringen kan ik zeggen dat deze plaat er eentje is om serieus te koesteren, zoals je dat met juwelen hoort te doen.

Ik heb nu het gevoel de gelijkenissen en verschillen te kunnen horen tussen liederen uit Trabzon en Kirsehir, tussen Burdur en Denizli, al zou ik mezelf nog absoluut geen kenner van de Anatolische muziek durven noemen. Deze plaat slaagt er nochtans in mij goesting te geven om mij nog meer te verdiepen in die muziek en de gezangen, dansen en lamento’s nog beter te leren kennen. Ik merk trouwens dat het veelvuldig draaien van deze plaat hier in huis alvast flink wat interesse opwekt en dat is altijd een goed teken. In twee richtingen: ik wéét dan dat de plaat goed is en tegelijk ben ik blij dat de oren van de huisgenoten hun job ook nog naar behoren kunnen vervullen.

Om maar te zeggen: dit is nog maar eens een plaat, die ogen en oren doet opengaan. Dit is echte wereldmuziek -wat een afschuwelijke term is dat toch-, van eeuwenoude traditie maar springlevend. De uitstekende vertolkingen helpen natuurlijk fel, maar tegelijk is het zo dat een danswijsje als “Bengi Zeybegi” of een smachtend lied als “Basinda Altin Tacim” net zo pakkend zijn als het huppelende “Kula da Sevdigim kula”… Uiterst gevarieerde plaat, virtuoos gespeeld en overheerlijk gezongen. Meer kan IK alvast niet wensen….

(Dani Heyvaert)

 

 

Artiest info
   
 

video